Column: kaasvingers

Marc Cuissard woonde met zijn vader en moeder in het Waalse Ardennendorpje Houffalize. Terwijl zijn vriendjes voetbalden of op hun crossfietsjes door de bossen scheurden, hielp Marc liever zijn moeder in de keuken. Hij hield dan bij hoe lang de aardappelen al op het vuur stonden en woog de juiste hoeveelheid krenten voor moeders traditionele appeltaart. Het was duidelijk: Marc zou kok worden.

Toen hij oud genoeg was, ging hij werken in het plaatselijke restaurantje Tiredoigt, van het echtpaar Fontaine. Marc experimenteerde er lustig op los en toverde de ene na de andere wonderlijke maaltijd uit zijn koksmouw. De naam Tiredoigt ging van mond tot mond en werd al snel een bescheiden begrip in de regio. Er kwamen gasten vanuit Luik en zelfs vanuit Luxemburg om van Marcs kookkunsten te genieten.

Jaar na jaar ontving Tiredoigt meer eters, en er verschenen uitstekende recensies. Eerst nog in regionale weekkranten, maar later pikten ook de reisgidsen het op. Er zaten wel eens mensen uit Nederland, uit Scandinavië en zelfs uit Amerika.

Marc droomde in die jaren heimelijk van wereldroem. Daarvoor miste alleen de laatste schakel: een Michelinster. Ooit zou die er komen. Dat wist hij zeker.

Toen Marc tien jaar in dienst was, werd er een feest gegeven voor al het personeel en hun aanhang. Onder hen was de bekende radio-dj Guillaume Bellicaud, het nieuwe vriendje van Berdine uit de bediening. Marc zag wat op tegen zijn komst – het leek hem een omhooggevallen stuk vreten – maar uiteindelijk bleek het best een sympathieke kerel. Zo zie je maar.

Het was een gezellige avond. Er werd gedronken en gedanst en de hapjes die Marc voor de gelegenheid had gemaakt vonden gretig aftrek. Rond een uur of tien was al het eten al op, maar de mensen hadden nog steeds honger. Marc liep naar de campingwinkel in de buurt. Bij het mooie Vlaamse kassameisje Lieke kocht hij twee zakken kaasvingers en hij keerde terug naar het feest, dat tot in de vroege uurtjes zou duren.

De volgende dag gooide Marc de tent om vier uur open. Terwijl hij op zijn gemak sjalotjes pelde voor een nieuwe soep die hij wilde uitproberen, kwam Berdine binnen met de eerste bon. Nu al eters? Dat is vroeg. Hij las. Kaasvingers? Huh? Hoe kwamen ze daar nou bij? Gelukkig had hij nog een halve zak over van het feest, en hij zette de frituur aan. Het moest niet gekker worden.

Vijf minuten later kwam Berdine weer in de keuken: “Er zijn nog meer mensen die kaasvingers willen!” Marc keek op en zag hele hordes mensen het restaurant bestormen. “Kaasvingers!” riepen ze in koor.

Lachend kwam de oude Fontaine de keuken binnen. “Dat vriendje van Berdine heeft ons genoemd op de radio! Ze komen vanuit het hele land hiernaartoe om kaasvingers te eten! Vanaf vandaag gaan we alles anders doen, Marc. Je hoeft nooit meer hard te werken. Je hoeft alleen nog maar kaasvingers te frituren!”

Marc liep naar de frituurpan, stak zijn hoofd erin en stierf.

En die gasten van Triggerfinger maar volhouden dat ze blij zijn dat ze zijn doorgebroken met die cheesy Lykke Li-cover.

Een gedachte over “Column: kaasvingers

Geef een reactie op Golden Retriever Reactie annuleren